maandag 30 januari 2012

Fijne slogans

Muziek. Altijd. Overal. Zo luidt de lokroep van de firma Bose, createur van audiofiele systemen die zo duur zijn dat de prijzen nergens worden vermeld (geld speelt geen rol op dit niveau). Mij klinkt het eerder in de oren als een geloofwaardige beschrijving van de hel, maar daar wil ik het nu even niet over hebben.

De fijnste reclameslogans vind ik die waarmee welbeschouwd helemaal niets concreets wordt gezegd: 'Echt HEMA', 'De beste drinkers drinken het', 'Retteketet, naar Beter Bed'. Allemaal even inhoudsloze als doeltreffende reclameleuzen. Sommige zijn zo onovertroffen in hun eenvoud, dat ze wel door een echte dichter bedacht lijken, en soms is dat ook zo: Martin Veltman, geestelijk vader van het onsterfelijke 'Heerlijk, helder, Heineken', was ook de auteur van zo'n tien slechtverkochte dichtbundels.

Een goeie 'baseline' verzinnen is niet makkelijk. Neem nu de energiebedrijven. Verkopen een product waar je niks mee kan. Stroom, gas: niet cool, niet sexy - ik imiteer even het typische reclame-steno waar copywriters zich zo graag en kwistig van bedienen. De energieprijsbrekers komen nog met redelijk energieke teksten op de proppen ('Ik zeg: doen!'). Bij de rest is het futloosheid wat de klok slaat: 'Eneco energie. Mijn energie', 'Energie vraagt om energie, energie vraagt om Essent'. Ja, zo kan m'n kleine zusje er nog tien bedenken.

Alles goed en wel, hoor ik u denken, maar als jij het allemaal zo goed weet, verzin dan zelf eens iets beters! Hmm, even denken... Ja hoor, ik heb er een:
'Verheij gas en licht: betaal op tijd of de kraan gaat dicht'.

maandag 23 januari 2012

Gemeen

Soms heb ik wel eens zin om iemand te laten struikelen.
De vrouw bijvoorbeeld die midden in de kakofonie van een vol kinderspeelparadijs lopend een boek leest, als een soort geestelijke die wandelende in de tuin haar brevier leest: serene gezichtsuitdrukking; rustige, afgemeten stappen. Te midden van het oorverdovend kindergeschreeuw en -geschrei, veinst ze volledig verdiept te zijn in haar geweldig interessante lectuur - een studieboek over stempedagogiek nota bene. Af en toe werpt ze glimlachend een afwezige blik in de richting van haar kleine spruit, die ergens in de ballenbak gemangeld wordt tussen vijftien leeftijdsgenootjes.

Ik moest plotseling denken aan de jongen die ik 35 jaar geleden op de schoolsportdag daadwerkelijk pootje lichtte tijdens een partijtje softbal.
Lelijke, loensende Jeffey, pispaaltje van de klas. Maar geweldig goed in softbal blijkt ineens, en onderweg naar een glorieuze homerun. Tot ik, verveeld op wacht bij het derde honk, even onzichtbaar als lichtjes mijn voet uitsteek, waardoor de nieuwbakken sportheld met een ijselijke kreet in het stof bijt. Een gebrul stijgt op uit de gelederen van klas 5. Arme Jeffrey krabbelt vloekend en jammerend overeind en druipt af als een geslagen hond. Uit het koor van lachers komt ineens een mooi, nobel en boomlang meisje op mij af, dat mij met rood hoofd toebijt: "Waarom deed je dat nou? Dat was... gemeen!". Ik haal mijn schouders op, mompel beschaamd iets, druip op mijn beurt af. Jazeker, gemeen was ik geweest. Redeloos gemeen.

Gelukkig voor die lezende aanstellerige mevrouw heb ik haar maar niet gevloerd en bleef het bij gemene gedachten. Niks mis mee.

donderdag 19 januari 2012

Twingo-bril


Het 90ste Autosalon in Brussel is een groot succes, vertelt de nieuwslezer. Het salon? Correct: salon is een onzijdig woord in Vlaanderen. En er zijn meer verschillen. Dit grote tweejaarlijkse auto-evenement is enigszins vergelijkbaar met de AutoRai in Amsterdam, maar trekt twee keer zo veel bezoekers en het schijnt er nog een stuk gezelliger te zijn ook.

Die hoge bezoekersaantallen zijn eenvoudig te verklaren: Belgen kopen veel meer nieuwe auto's dan Nederlanders. En dat verklaart weer waarom ik in Antwerpen op ongeveer elke straathoek op enorme billboards stuit met dit soort vreemdsoortige teksten:

'Vreugde is BMW'
'Bekijk het leven door een Twingo-bril!' (geen tuin? geen onkruid!)
'De nieuwe Lancia Ypsilon: zeg nee tegen de eentonigheid!'

Eentonig is het zeker, steeds diezelfde behoorlijk kinderachtige reclames. Vooral de kleinere middenklassers zijn net speelgoedauto's op mensengrootte, met hun bolle smoelwerk en loensende koplampen. Allemaal op dezelfde tekentafel ontworpen en door dezelfde windtunnel gejaagd, zo lijkt het (en het is ook echt zo geloof ik). Dat maakt het best wel heel moeilijk om opgewonden te raken van de nieuwe Lancia Ypsilon, hoe hard de reclamejongens ook nee zeggen tegen de eentonigheid.

Zeker niet eentonig is het verkeer in dit land. De rijstijl van de gemiddelde Belg kun je gerust als sportief omschrijven, met uitschieters naar roekeloos. Zodra hij zijn eigen straat uit rijdt, is het gedaan met zijn spreekwoordelijke gemoedelijkheid en vriendelijkheid, en drukt hij het gaspedaal diep in om het niet meer los te laten, of toch zo weinig mogelijk heb ik de indruk. Dat leidt natuurlijk tot de nodige brokken en een toppositie in de ranglijst van landen met de meeste verkeersslachtoffers. Maar misschien moet ik het wat meer door een Twingo-bril bekijken: geen veilig verkeer? lekker doorrijden!

maandag 9 januari 2012

K'heb getwijfeld over België...

Toen ik als kind met mijn familie op vakantie ging, was België vooral een nogal saaie en zo snel mogelijk te overbruggen strook land die ons scheidde van ons geliefde Frankrijk. Ik kan mij niet herinneren dat wij er ooit zelfs maar voor heel eventjes zijn gestopt.

Eén keer maar hebben wij België echt bezocht. Met de gehele familie togen we voor een weekendje naar Brussel. Daar werden we ontvangen door een erg aardig Franstalig echtpaar, dat ons bereidwillig rondleidde door de stad; ik geloof dat de gastheer een soort zakenrelatie van mijn vader was. Ik vond die twee Belgen geweldig interessant en exotisch, met hun on-Nederlandse kleren - hij droeg een hoed meen ik, en een bruin jasje op een zwart, fluwelige vest, zijn eega was een en al weelderige bontjas - en het vreemde, amandelachtige luchtje dat om hen hing.
We verbleven in een hotel dat helaas gelegen was aan een van Brussels drukste wegen, pal boven een van Brussels drukste kruispunten, zodat mijn broer en ik de halve nacht slapeloos uit raam hingen en het verkeer beneden observeerden.

Mijn volgende verblijf in België bracht ik door in Neufchâteau, een weinig opwindend plaatsje in de al even weinig opwindende Ardennen. Met het typische gebrek aan zelfkennis van een 17-jarige had ik besloten om juist daar, bij wijze van experiment, een hele week in mijn eentje te gaan kamperen. Vier dagen lang sprak ik geen levende ziel, lag de godganse dag op een halflek luchtbed 'Bij Nader Inzien' van J.J. Voskuil te lezen, en nuttigde 's avonds voor mijn ondermaatse tent het klassieke maal der armlastige kampeerder: witte bonen in tomatensaus uit blik. Intussen begonnen de sombere Ardense rotswanden steeds meer op mij neer te drukken... Gedreven door een onstilbaar verlangen naar menselijk gezelschap en koffie liet ik mij tenslotte maar adopteren door het barmhartige Nederlands echtpaar dat hun caravan tegenover mij had opgezet en ruim voorzien was van Douwe Egberts en zakken aardappelen.

Een jaar later bracht een compleet verregend weekje Spa bijna de doodsteek toe aan mijn 'België-beleving'. Geen wonder: ik associeerde dat land alleen maar met vierbaanswegen en druipende dennenbossen... Het mag dus een klein mirakel heten dat het helemaal goed gekomen is tussen mij en België en ik hier tegenwoordig zo geweldig gedij. Daar zijn veel Belgische bieren en stedentrips overheen gegaan. En ontmoetingen met sympathieke Belgen natuurlijk.

Handgeschreven wijsheden

Ik bewaar al jaren een groen schriftje met mijn ex-librisstempel op de voorkant. Er heb er in geen dertig jaar in gekeken, maar laatst nam i...