vrijdag 7 juni 2019

Een kaart met een plus

Het is zover, volgende maand krijg mijn E+-kaart. Dat wil zeggen dat ik 'het duurzaam verblijfsrecht in Belgiƫ heb verkregen'. Voorwaar een hele prestatie, zo lijkt het. Maar daarvoor heb ik niets anders hoeven doen dan vijf jaar in dit land 'verblijven'. Hoe moeilijk kan het zijn? (voor sommigen heel moeilijk, weet ik)

Op dit moment ben ik nog de nederige bezitter van een gewone E-kaart zonder plus, ook bekend onder de weinig sympathieke naam 'vreemdelingenkaart', een lichtgroen stukje plastic dat je nodig hebt om in te loggen op beveiligde sites van de overheid, documenten elektronisch te kunnen ondertekenen enzovoort. Toen mijn E-kaart was verlopen en ik die wilde vernieuwen in het gemeentehuis werd ik door de mevrouw achter de balie - met een voor ambtenaren alhier zeldzame zin voor service - op de mogelijkheid gewezen om de plus-kaart aan te vragen. Wat bood dat dan voor voordelen, zo'n E+-kaart, wilde ik weten (gezond Hollands pragmatisme). Wel, eigenlijk geen, zo bleek. Om te reizen had ik bijvoorbeeld nog altijd mijn Nederlandse paspoort nodig. En mocht ik straks met mijn nieuwe E-plusstatus dan misschien stemmen? Het was namelijk vlak voor de verkiezingen, en ik sla als het even kan nooit een feestje van de democratie over. Neen, dat kon ook niet. Weliswaar bereikte ik met de E+-kaart de op een na bovenste trede van de verblijfsladder, maar om te mogen stemmen moest ik de Belgische nationaliteit aannemen, doceerde de overheidsdienares. Nou, om belasting te mogen betalen was dat anders niet nodig, wilde ik zeggen, maar ik hield dit commentaar wijselijk voor me. Gemeenteambtenaren zijn hier nog ware loketkoningen, tegen wie je niet bijdehand moet doen of je zal het bezuren. Gelukkig heb ik van thuis een enorm respect meegekregen voor de door God over ons aangestelde gezagsdragers, en dat geldt in iets mindere mate ook voor ambtenaren in functie.

Goed, die E+-kaart was dus niet meer dan een soort ereteken, zoiets als een nieuw insigne op je scoutsjasje. Maar ach, waarom ook niet, dacht ik. Als een land je gastvrij opneemt, zou het van slechte manieren getuigen om zo'n aanbod af te slaan, ook al 'ben je er niks mee' zoals men hier zegt, en kost het nog geld ook.
 En dus mag ik binnenkort mijn nieuwe pas gaan ophalen, of nee: aanvragen. En dan een paar weken wachten. Waarna ik bericht zal krijgen dat ik mijn kaart 'moet' afhalen (het woord 'mag' of 'kan' wordt van overheidswege niet gebruikt) aan die en die balie, waarvan je inmiddels weet dat er een vrouw achter zit die kijkt alsof je haar portemonnee komt afpakken.
Wat mooi is, kost moeite. Maar dan ben ik wel de trotse bezitter van een heuse E+-kaart. Dat ga ik eens goed vieren.

Handgeschreven wijsheden

Ik bewaar al jaren een groen schriftje met mijn ex-librisstempel op de voorkant. Er heb er in geen dertig jaar in gekeken, maar laatst nam i...