Een mens doet vreemde dingen in zijn leven. Zo heb ik ooit gesolliciteerd naar de vacante positie van gitarist in een coverband genaamd No More Heroes, die uitsluitend nummers van de Stranglers speelde, een zogenaamde tribute band.
De Schrijfmachine
dinsdag 17 november 2020
Wurggreep van een tribute band
Een mens doet vreemde dingen in zijn leven. Zo heb ik ooit gesolliciteerd naar de vacante positie van gitarist in een coverband genaamd No More Heroes, die uitsluitend nummers van de Stranglers speelde, een zogenaamde tribute band.
maandag 16 november 2020
Kan ik u helpen?
Ik behoor helaas tot de mensensoort homo inhabilis, die behept is met weinig inzicht in hoe dingen in elkaar zitten. Anders dan bij het manipuleren van taal, ga ik bij mijn pogingen om de concrete materie te beteugelen meestal met weinig overleg te werk. Gevolg: soms onherstelbare schade aan mechanieken, hendels of sluitingen. Door schade en schande wijs geworden hou ik mijn handen thuis als er iets ingewikkelds in of uit elkaar moet worden gezet c.q. gehaald.
Soms moet er een doodgewoon pak filterkoffie geopend worden, en dan kan je moeilijk ergens hulp gaan vragen, er zijn grenzen. Vier lipjes om uit te kiezen... Je hoeft er maar een los te trekken, er is echt geen noodzaak om de hele verpakking aan flarden te scheuren. Maar welke is de goeie? De firma Douwe Egbert helpt mensen zoals ik uit de brand met een duidelijke instructie: hier openen. Dat noem ik service. Bij Belgische koffiemerken als Perla kan je lang zoeken naar deze kleine maar belangrijke vingerwijzing. Nederlandse bedrijven zijn daarin toch een stuk hulpvaardiger dan hun Vlaamse tegenvoeters. Het zal de Hollandse handelsgeest zijn, je best doen om het de klant naar de zin te maken. Op de zalmfilet van AH staat bijvoorbeeld op de achterkant ook de bereidingswijze (2 à 3 minuten in boter of olijfolie bakken, op een matig vuur. Ongevraagde tip: gebruik boter, smaakt veel beter). Dit soort eerste hulp voor kookanalfabeten zal je op de zalm van de Delhaize niet aantreffen. Die gaan er gewoon van uit dat de mensen zelf wel weten hoe ze hun zalm of biefstuk moeten klaarmaken en dat je niet overal een tekeningske bij moet maken. Oftewel: trek uw plan.
Het ligt ook aan de Vlaamse 'zoek-het-zelf-maar-uit-mentaliteit' dat al die handige instructiefilmpjes op YouTube over hoe je sneeuwkettingen moet omleggen, je barbecue moet aansteken of vals spelen bij Fortnite, in grote meerderheid worden gemaakt door Nederlanders (of Nederlandse bedrijven). Dit hangt samen met de Nederlandse hang naar functionaliteit en transparantie; ze willen het allemaal gewoon graag duidelijk aan je uitleggen, die Hollanders. Communiceren, dat doen Vlamingen toch een beetje anders. Ze gebruiken taal dikwijls als 'een schild of een strategisch middel waar je je indien nodig kan achter verschuilen of waarin je voor jezelf de nodige speelruimte kan inbouwen', zoals iemand het ooit treffend verwoordde. Vergelijk maar eens een Nederlandse overheidswebsite (heldere taal, gebruiksvriendelijk) met een Vlaamse (wollig taalgebruik, nodeloos en (zo lijkt het soms) moedwillig ingewikkeld.
De keerzijde van de Nederlandse hulpvaardigheidsmedaile is een onmiskenbare neiging tot bemoeizucht, in de vorm van ongevraagde 'hulp' die men je opdringt, ook al zit je daar niet op te wachten en al zijn de beste lieden wildvreemden voor je. Zo stonden mijn eega en ik eens in de Parijse ondergrondse naar een vertrektijdenbord te kijken, toen een passerende Nederlandse vrouw, die ons kennelijk Nederlands met elkaar had horen spreken, ons in in het voorbijgaan in het oor tetterde: "Je moet gewoon deze nemen hoor!"
maandag 25 november 2019
Muzikale fruitmand
Vroeger stond de radio bij ons thuis vastgespijkerd op de klassieke zender, maar desondanks (of juist dankzij, dat is niet helemaal duidelijk) consumeer ik nog altijd elke ochtend een uurtje of twee Vivaldi en consorten. Zodra ik mij achter mijn laptop heb geïnstalleerd voor weer een lekker dagje thuiswerken, zet ik 'm op 4 en word ik begroet door het vertrouwde murmelende stemgeluid van Philipp Blom.
De consequente neerbuigendheid waarmee deze man het aardse gewoel bejegent, heeft een kalmerende uitwerking op mij. 'Toepasselijk,' mompelde hij ooit eens, na het wegsterven van Mendelssohns Verleih uns Frieden gnädiglich. 'Heel toepasselijk zelfs, op de dag dat Trump, en hoe heet die andere ook alweer, Poetin, elkaar een handje gaan geven.' Meesterlijk, die gespeelde verstrooidheid, en dat 'handje'.
Ik begrijp het eigenlijk best: naast de eeuwigheidswaarde van een Mendelssohn en Bach, en hoe heet die ander ook alweer, o ja Beethoven (ha ha) is de ontmoeting tussen twee niet al te koosjere wereldleiders natuurlijk iets zeer triviaals.
Lang geleden had je op (toen nog) Hilversum 4 Klassiek met Caroline, uitgezonden door de AVRO. Presentatrice Caroline Kaart was van Britse origine, een voormalige operazangeres, geloof ik. Ze had een 'aardige omvang' om met Obelix te spreken, maar dat zag je niet op de radio. Caroline wuifde saaie wereldse zaken met een soortgelijke minzame glimlach weg als Philipp van Klara. In krakkemikkig Nederlands met een moddervet Engels accent stortte ze in plaats daarvan een stroom van ijdel gebabbel en gratuite persoonlijke bespiegelingen over de luisteraar uit. Haar spraakwaterval werd door de jaren heen oeverlozer, zodat er op den duur nauwelijks nog tijd overschoot voor de muziek en de luisteraars begonnen te morren. Caroline kreeg opgedragen haar spreektijd drastisch in te korten, zoals ze zelf (onder luid beklag) in haar programma vertelde.
Nee, dan de Muzikale Fruitmand. Dit verzoekprogramma van de Evangelische Omroep bracht psalmen, lofzangen en geestelijke liederen voor de zieken en bedlegerigen. zonder geleuter tussendoor, alleen een korte, voorafgaande mededeling in de trant van: 'Oma Gerritsen zal heel blij zijn om Psalm 38 te horen, want zij ligt met een gebroken rug in het Emma Ziekenhuis.'
vrijdag 7 juni 2019
Een kaart met een plus
Op dit moment ben ik nog de nederige bezitter van een gewone E-kaart zonder plus, ook bekend onder de weinig sympathieke naam 'vreemdelingenkaart', een lichtgroen stukje plastic dat je nodig hebt om in te loggen op beveiligde sites van de overheid, documenten elektronisch te kunnen ondertekenen enzovoort. Toen mijn E-kaart was verlopen en ik die wilde vernieuwen in het gemeentehuis werd ik door de mevrouw achter de balie - met een voor ambtenaren alhier zeldzame zin voor service - op de mogelijkheid gewezen om de plus-kaart aan te vragen. Wat bood dat dan voor voordelen, zo'n E+-kaart, wilde ik weten (gezond Hollands pragmatisme). Wel, eigenlijk geen, zo bleek. Om te reizen had ik bijvoorbeeld nog altijd mijn Nederlandse paspoort nodig. En mocht ik straks met mijn nieuwe E-plusstatus dan misschien stemmen? Het was namelijk vlak voor de verkiezingen, en ik sla als het even kan nooit een feestje van de democratie over. Neen, dat kon ook niet. Weliswaar bereikte ik met de E+-kaart de op een na bovenste trede van de verblijfsladder, maar om te mogen stemmen moest ik de Belgische nationaliteit aannemen, doceerde de overheidsdienares. Nou, om belasting te mogen betalen was dat anders niet nodig, wilde ik zeggen, maar ik hield dit commentaar wijselijk voor me. Gemeenteambtenaren zijn hier nog ware loketkoningen, tegen wie je niet bijdehand moet doen of je zal het bezuren. Gelukkig heb ik van thuis een enorm respect meegekregen voor de door God over ons aangestelde gezagsdragers, en dat geldt in iets mindere mate ook voor ambtenaren in functie.
Goed, die E+-kaart was dus niet meer dan een soort ereteken, zoiets als een nieuw insigne op je scoutsjasje. Maar ach, waarom ook niet, dacht ik. Als een land je gastvrij opneemt, zou het van slechte manieren getuigen om zo'n aanbod af te slaan, ook al 'ben je er niks mee' zoals men hier zegt, en kost het nog geld ook.
En dus mag ik binnenkort mijn nieuwe pas gaan ophalen, of nee: aanvragen. En dan een paar weken wachten. Waarna ik bericht zal krijgen dat ik mijn kaart 'moet' afhalen (het woord 'mag' of 'kan' wordt van overheidswege niet gebruikt) aan die en die balie, waarvan je inmiddels weet dat er een vrouw achter zit die kijkt alsof je haar portemonnee komt afpakken.
Wat mooi is, kost moeite. Maar dan ben ik wel de trotse bezitter van een heuse E+-kaart. Dat ga ik eens goed vieren.
vrijdag 3 augustus 2018
Bang voor Peter
En zonder het te weten passeerde ik op weg naar mijn verantwoorde liefhebberij al die jaren het poepchique restaurant waar voormalig NCRV-boegbeeld Frank 'Holiday Show' Masmeijer, tegenwoordig beter bekend als veroordeeld drugssmokkelaar, de grote meneer uithing. Had ik dat nu maar geweten, dan was ik eens door de ramen naar binnen gaan gluren. Want net als misdaadverslaggever Peter R. de Vries heb ik een voyeuristische belangstelling voor de wereld van de misdaad. Zal wel te maken hebben met ons beider 'gristelijke' achtergrond. Als je zelf nooit iets slechts mag doen of denken, word je vanzelf nieuwsgierig naar wie zonder de minste gewetensnood doet wat God verboden heeft – en waar Hij zelfs nog nooit van gehoord heeft. Peter gaat daarin wel wat verder dan ik. Terwijl ik het houd bij een fijn boek over de maffia, docu's op Discovery Channel en een beetje grasduinen in de Penguin Encyclopaedia of Crime, gaat hij bijna dagelijks bij de penoze op de koffie en mag hij zelfs getuigen in de strafzaak tegen topcrimineel Willem Holleeder. Omdat hij bevriend was met diens 'omgelegde' kompaan Cor van Hout, als ik het goed heb begrepen. Dicht aanschurken tegen de zelfkant kan geen kwaad, vindt Peter. Waarom zou zoiets triviaals als een moord of ontvoering een mooie vriendschap in de weg moeten staan?
Ik zou niet graag in Holleeders bordeelsluipers staan, want ik vind Peter R. de Vries een waarlijk angstaanjagend man. Ik zag hem eens op tv in een jeugdprogramma waar kinderen hem vragen mochten stellen. Geheide succesformule: beroemdheid laat even zijn schild zakken en toont zijn gezellige kant. Lastige vragen krijg je niet, want die stellen kinderen alleen aan hun ouders. Alhoewel, ik herinner me hoe Herman Brood in een soortgelijk kinderprogramma geïnterviewd werd door een twaalfjarig meisje, die hem met een bezorgde blik vroeg: "Gebruik je nog weleens drugs, Herman?" Nee hoor, stelde Herman haar gerust. Nou ja, voegde hij er oprecht aan toe, heel soms nog een keertje, bij een speciale gelegenheid: een verjaardag, of met Sinterklaas.
Zo fijngevoelig en geestig als Herman kwam strenge Peter niet uit de hoek in dat tv-programma, maar hij had voor de gelegenheid wel zijn priemende blik ingeruild voor een warm-menselijke oogopslag. Zonder de geringste aarzeling beantwoordde hij alle vragen – die man lijkt geen greintje innerlijke twijfel te kennen – , gaf toe dat hij als kind weleens iets gepikt had en legde geduldig uit dat misdadigers ook best aardige mensen kunnen zijn (neem nu Cor van Hout). Pas toen een jongetje hem vroeg of er bij hem thuis weleens was ingebroken, zagen we weer even de echte Peter. Hij grijnsde zijn gebleekte ivoren wachters bloot en zei, staalhard in de camera blikkend: 'Nee, dat durven ze niet.'
vrijdag 15 juni 2018
Mogen mijn besten winnen!
donderdag 10 mei 2018
Doorgedraaid
Maar het kan nog erger. Zo waren er drie zomers op de Bleiswijkse groenteveiling, waar puntgave komkommers, paprika's en tomaten de hele dag door via de lopende band werden afgevoerd, oftewel 'doorgedraaid'. Het enige wat die smakelijke groenten hadden misdaan, was dat ze de ‘de prijs niet gehaald hadden’ op de veiling bij afslag. Aan het eind van die band verdwenen deze slachtoffers van het kapitalisme roemloos in de laadbak van een vrachtwagen, om te worden verwerkt tot veevoer. Heel deprimerend, die massale verspilling, maar ik geloof niet dat ik er echt bij stilstond. Te afgestompt door het eindeloos plat vouwen van lege dozen en opstapelen van lege kisten op pallets. Soms verhuisde je een tijdje van de stapel- en vouwploeg naar de groenten-op-de-bandsmijtploeg. Zwaarder werk, maar heel geschikt om je af te reageren.
Die behoefte leefde duidelijk ook onder de vaste medewerkers. De heftruckchauffeurs die de pallets aan- en afvoerden reden op topsnelheid door de hal en leken er echt op uit je lichamelijk letsel toe te brengen. Je moest altijd opletten dat je niet omver werd gereden of verpletterd onder een stapel kisten. Een keer kookte het potje over van onze voorman, een diepgelovige christen die daar vaak mee werd gepest. Na de zoveelste krenking greep hij een zware pallet en smeet die, alsof het een komkommer was, vanaf een verhoging naar het hoofd van de pestkop, die maar net kon wegduiken. Na dit incident met potentieel dodelijk afloop zaten beiden in de pauze weer gebroederlijk te klaverjassen in de kantine. Als dat geen naastenliefde is.