woensdag 4 mei 2011

Altijd oorlog


'Is er oorlog geweest dan?' vraagt een vriend mij altijd olijk, als ik weer eens van wal steek over mijn grote fascinatie, de Oorlog. Daarmee doel ik uiteraard op de Tweede Wereldoorlog, hoewel ook andere oorlogen zich in mijn warme belangstelling mogen verheugen. Maar het is toch vooral die laatste wereldbrand waar ik warm voor loop en die mij van jongs af aan obsedeert.

Als kind rende ik rond met een plastic geweertje en zo'n rare platte, veel te grote Britse legerhelm op mijn hoofd. Met mijn vriendjes speelde ik met dodelijke ernst een oorlog na die mijn ouders nog hadden meegemaakt, maar die ik – helaas, helaas – door mijn veel te late geboorte had moeten missen. Ik verslond alles wat ik in de bibliotheek kon vinden over die geweldig spannende en opwindende tijd, bouwde schaalmodellen van spitfires en messerschmidts en besprak met mijn broer zulke gewichtige zaken als de invloed van de Russische T-34 op het ontwerp van de Duitse Panthertank. Zelfs de toch uiterst vervelende militaire dienstplicht kon mij niet genezen van mijn oorlogsobsessie. Nog altijd gaat mijn hart sneller kloppen bij de aanblik van zo'n prachtige stoet oude legervoeruigen op 5 mei, en als er voor de zoveelste keer een documentaire op de televisie voorbijkomt over de Slag om Stalingrad, wil ik die van begin tot einde zien.

Een andere, nogal storende gewoonte is dat ik mij bij elke plaats die ik bezoek afvraag: wat is hier in de oorlog gebeurd? Een tijdrovende zoektocht op het internet en in naslagwerken is het gevolg. Ik moet zelfs bekennen dat ik een vakantie niet helemaal geslaagd vind zonder de bezichtiging van tenminste één voormalig slagveld, museum, oorlogskerkhof of desnoods een halfverroeste tank op een Frans dorpspleintje. Toch vormt dat oorlogstoerisme nooit een onverdeeld genoegen, doortrokken als het is van een gevoel van diepe ambivalentie Dwalend door met prikkeldraad omzoomde forten en slenterend over de dodenakkers, word ik regelmatig overvallen door de vraag wat ik daar nu eigenlijk te zoeken heb. Waarom besteed ik mijn tijd niet uitsluitend aan vrolijke vakantiegenoegens, waarom dompel ik mij steeds weer onder in die ellendige oorlog? Ik blijf het antwoord schuldig.

Na zo'n dag van slagveldbezoek zit ik dan 's avonds wat te somberen achter een glas bier in het plaatselijk café. De grimmige indrukken waar ik mijn dag mee heb gevuld, beginnen een funeste uitwerking op mijn gemoed te krijgen, en vervuld van een diepe melancholie ga ik te bedde. 's Nachts droom ik hoe ik over het niemandsland ren en in een storm van granaatvuur verdwijn.
Dan neem ik mij voor nooit meer op oorlogspelgrimage te gaan. Maar een onweerstaanbare kracht trekt mij steeds weer naar die plekken waar de aarde doordrenkt is van bloed en het lawaai van het oorlogsbedrijf nog nagalmt: Arnhem, Bastogne, Normandië, Berlijn. Het blijft altijd oorlog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Handgeschreven wijsheden

Ik bewaar al jaren een groen schriftje met mijn ex-librisstempel op de voorkant. Er heb er in geen dertig jaar in gekeken, maar laatst nam i...