dinsdag 28 juni 2011

Volksmuziek

'Je moet in het leven alles proberen behalve incest en volksdansen.' heeft een verstandig man ooit eens geschreven, maar deze wijze raad heb ik alleen ter harte genomen waar het de incest betreft. In mijn onbezonnen jaren heb ik mij namelijk eens laten verleiden om mij een weekend lang te storten in een cursus volksmuziek. Ik had in die tijd liefde opgevat voor de Griekse rebetikamuziek (een soort Griekse stadsblues) en mij als gitarist voor dit onderdeel ingeschreven.

Het folkloristisch festijn speelde zich af in een of ander gat in Drenthe, in een jeugdherbergachtig, anoniem bouwsel dat 'de Glund' of iets dergelijks heette en was opgetrokken uit gestaag afbrokkelende baksteen. Toen ik daar met mijn gitaar op de rug argeloos binnenstapte trof ik een groep mensen aan die al mijn vooroordelen betreffende de beoefenaars van volksmuziek volledig bevestigde: houthakkershemden, soepjurken, baarden, sandalen en geitenwollen sokken zo ver het oog reikte. Slordige grijze manen die zelden of nooit aan de kappersschaar werden blootgesteld voerden de boventoon. Sommige van deze seksloze folkvogels, die elkaar duidelijk niet voor het eerst zagen, stonden in kleine groepjes al driftig te zingen en op hun violen te strijken, aan hun trekzakken te trekken en op hun middeleeuwse luiten te tokkelen. Het was overduidelijk dat ze het heerlijk vonden om hier, onder gelijkgezinden, zich geheel ongegeneerd te kunnen overgeven aan hun liefhebberij. Even overwoog ik om er maar weer tussenuit te knijpen, maar manmoedig verwierp ik deze laffe ingeving en toen ik eenmaal aan de bar een paar biertjes had genuttigd besloot ik, als de rasoptimist die ik in wezen ben, dat het 'nog best een leuk weekend kon worden'.

De volgende ochtend op acht uur was het al aantreden geblazen voor de eerste les. De leraar Griekse muziek Michael bleek een toffe Groningse peer, die met wanhopig enthousiasme iets probeerde te maken van het muzikale zootje ongeregeld dat hij in zijn maag gesplitst had gekregen. Het enthousiasme van de deelnemers was helaas meestal omgekeerd evenredig aan hun muzikale bekwaamheid en sommigen wisten niet meer dan af en toe een piepje of een lichte kreun aan hun fluit of accordeon te ontlokken. Uiteraard ontbrak ook niet de eeuwige Eigenwijze Cursist, Hans geheten in dit geval, de man die eigenlijk alles al kan en alles al weet, ja beter zelfs dan de cursusleider, en daar te pas en te onpas blijk van moet geven. Toen er op zeker moment onenigheid ontstond tussen Hans en Michael over de vraag welk ritme we nu eigenlijk aan het spelen waren ontstak Hans plotseling in grote drift, schopte stoelen opzij en begon met zijn dikke, in strak zwart Kretenzisch overhemd geperste lijf een soort sabeldans ten beste te geven die volgens hem de eigenlijke basis vormde van ons muziekstuk.

Na twee dagen ploeteren werd de cursus uitgeluid met een bonte avond waar elk groepje zijn kunsten mocht vertonen. Terwijl alle potsierlijke pogingen tot authentiek Zweedse, Turkse en Servische volksmuziek de revue passeerden kwam Michael naast mij staan. 'Jij hoort hier ook niet echt thuis geloof ik', zei hij met een olijke blik. 'Nee', beaamde ik 'dit is niet echt iets voor mij'. 'Ik doe dit alleen omdat ik het geld kan gebruik'n', bekende Michael. 'Die maffe lui kunnen me gestolen worden.' Eigenlijk wilde hij alleen de kost verdienen met muziekmaken, maar helaas ontkwam hij niet aan dit soort schnabbels, legde hij mij uit. Daarop namen wij beiden nog eens een flinke slok van ons biertje en stonden daar enige tijd zwijgend te kijken naar de pijnlijke vertoning op het podium, als twee atheïsten die in een dienst van de Pinkstergemeente zijn beland. Na mijn partijtje te hebben meegespeeld in de hulpeloze performance van onze Griekse 'kompania' hield ik het voor gezien, pakte mijn gitaar en spullen en keerde huiswaarts, vastbesloten om dit oord en alle oorden waar volksmuziekcursussen worden gegeven voorgoed te mijden.

1 opmerking:

Handgeschreven wijsheden

Ik bewaar al jaren een groen schriftje met mijn ex-librisstempel op de voorkant. Er heb er in geen dertig jaar in gekeken, maar laatst nam i...